Gisteren vierden we dat Nederland 80 jaar geleden is bevrijd.
Vrijheid is sindsdien een woord dat we bijna als vanzelfsprekend zijn gaan gebruiken.
We leven in een vrij land. We mogen zeggen wat we willen, stemmen op wie we willen, liefhebben wie we willen.
Maar vrijheid is niet vanzelfsprekend. Daar is hard voor gevochten en de prijs die betaald is, is hoog. Tegelijkertijd merk je ook dat de vrijheid waar zo hard voor gevochten is wereldwijd onder druk staat. Niet alleen in landen ver weg, maar ook dichtbij.
De herdenking van 80 jaar bevrijding is niet alleen een moment om terug te kijken, maar ook om jezelf af te vragen:
Ik ben vrij, maar voel ik me ook echt vrij?
Dat kan best een confronterende vraag zijn.
Dat vond ik in ieder geval wel toen ik me jaren geleden realiseerde dat ik in vrijheid leefde, maar me van binnen niet vrij voelde.
Herkenbaar? Dan kan het dat je je weleens afvraagt hoe dat kan.
Wat ik in mijn ontdekkingsreis merkte is dat ik een ‘verkeerde’ koppeling had gemaakt in de manier waarop ik dacht over vrijheid.
Ik ontdekte dat ik vrijheid en succes met elkaar verward heb. Ik dacht dat ik me vrij zou voelen als ik succesvol was. Daarom volgde ik een studie, zocht ik een baan, was ik als slimme meid op de toekomst voorbereid. Ik werkte hard, verdiende een mooi salaris, kocht een huis en startte een gezin. Ik heb lang gedacht dat als ik me vrij zou voelen zodra ik al die dingen bereikt had.
Eenmaal dat punt bereikt, voelde ik me alleen helemaal niet zo vrij. Ik was vooral druk bezig met alle ballen in de lucht houden.
Waar ik me toen ook nog niet bewust van was een tweede koppeling. Namelijk die van ‘vrij zijn’ aan ‘niet werken’. Daarom dacht ik nog: als ik niet werk à ben ik vrij à als ik vrij ben àverdien ik geen geld àals ik geen geld verdien ben ik niet vrij à dus ik moet werken.
Begrijp me niet verkeerd: voldoende geld hebben om te voorzien in je basisbehoeften is ook belangrijk.
Er is niets mis met werken. Sterker nog, als je werk doet wat je leuk vindt en goed kan draagt dat echt bij aan zingeving en een bezield leven.
Het heeft nog een flinke tijd geduurd voordat ik me realiseerde dat het niet gaat om letterlijk vrij zijn van werk, maar om je vrij voelen. In een wereld waarin alles altijd maar doorgaat, is het een daad van moed om stil te staan. Om te voelen. Om te kiezen voor jouw pad, ook als dat niet het meest logische of verwachte pad is.
Innerlijke vrijheid is niet iets wat je cadeau krijgt. Het is iets wat je jezelf moet gunnen. Stap voor stap. Door te kiezen voor rust, ruimte en datgene wat jou een vrij gevoel geeft. Door het besluit te nemen: ik wil vrij zijn – ook van binnen.
Tachtig jaar geleden vochten mensen voor onze vrijheid. Vandaag mogen wij ons afvragen: hoe geef ik die vrijheid door? Niet alleen aan de wereld om mij heen, maar ook aan mijzelf?
Voor oudste dochters is dat misschien wel de belangrijkste bevrijding van allemaal: de vrijheid om trouw te zijn aan jezelf. De vrijheid om je eigen leven te leiden.
Wat deze ontdekkingsreis mij heeft gegeven is dat ik me in mijn dag/dagelijkse dingen veel vrijer voel. Ook als ik aan het werk ben of nu deze blog schrijf, voel ik me vrij en dat gun in jou ook.
Dus een mooie mijmervraag om de komende tijd eens bij stil te staan:
Wat kan ik doen om me innerlijk vrijer te voelen?
Ik ben heel benieuwd, dus deel het gerust met me!
‘Oorlog is een plek waar jonge mensen die elkaar niet kennen en niet haten, elkaar vermoorden door de beslissing van oude mannen die elkaar kennen en elkaar haten, maar elkaar niet vermoorden.”
~ Paul Valéry (dichter en essayist)